Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Baljuw

betekenis & definitie

[ Laat lat. balivus, hofmeester], m. (-s), vertegenwoordiger van de heer (de landsheer of heer van een hoge heerlijkheid) in een rechtskring met hoge jurisdictie.

Zijn ambtsgebied droeg gewoonlijk de naam baljuwschap. De baljuw leidde de hoge vierschaar, meestal bestaande uit edelen. De baljuw leidde de terechtzitting, vorderde hier recht en droeg zorg voor de executie van het vonnis, dat de mannen hadden gewezen.