Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Avond

betekenis & definitie

m. (-en),

1. de tijd die komt als de dag voorbij is en die nog niet tot de nacht gerekend wordt, in het algemeen het dagdeel tussen 6 (18) en 12 (24) uur: toen was het avond geweest en het was morgen geweest; de eerste dag (Gen. 1,5); de tijd van de vallende duisternis, ook die duisternis zelf: de avond valt; hij kwam met het vallen van de avond thuis; des avonds, ’s avonds, op de avond van die bepaalde dag: ’s avonds bereikte ik de plaats van bestemming; bij avond, ’s avonds; (ook) bij het kunstlicht dat ’s avonds aangestoken wordt: die kleuren zijn bij avond ’s avonds moeilijk te onderscheiden; in de avond, op de avond, ’s avonds: de post komt niet voor laat in de avond; op de late avond, ’s avonds laat, met het bijdenkbeeld van onverwachtheid, ongepastheid, overlast: wie zou daar nu op de late avond nog bellen?; hij werkt van de morgen tot de avond, hij werkt de hele dag, altijd; het liep tegen de avond, de avond naderde; vanavond, deze avond: het weer is vanavond ruw; in de loop van de avond, ’s avonds; de avond te voren, op de avond van de vorige dag; de dag haalt de avond wel, door die moeilijkheden komen we wel weer heen; de morgen weet niet wat de avond brengt, het lot is onbestendig;
2. de tijdsruimte van het vallen van de duisternis tot het uur waarop men ter ruste gaat, vooral beschouwd in betrekking tot het werk, de ontspanning waarmee men die tijd doorbrengt: hij wijdt zijn avonden aan de studie; een avondje uit, een avond die men met bezoek aan schouwburg, bioscoop, cafés enz. doorbrengt; goedenavond!, groet die men ’s avonds wisselt;
3. een avond, een avondje, een avondpartij, soiree of andere avondbijeenkomst: een avondje geven; muzikale avondjes; mensen op een avondje vragen; een bonte avond, avondvoorstelling met een afwisselend programma;
4. de avond van het leven, de ouderdom;
5. volgens Oudgermaanse opvatting het begin van een nieuwe dag, vandaar Sinterklaas-, vastenavond enz., de avond voorafgaande aan.

De avond behoort evenals de ochtend tot de heilige tijd. Dikwijls worden dan riten, offers en gebeden gebracht aan de godheid, m.n. ook om aan de gevaren van de nacht (kwade goden, geesten, machten of personen) te ontkomen.