Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Athetose (atetose)

betekenis & definitie

Athetose (atetose) - [Gr. athetos, onvast], v. (-s), voortdurende, langzame, ongewilde bewegingen van krampachtig karakter, vnl. in vingers en tenen.

Vingers en tenen worden bij athetose in overstrekte stand gehouden. De bewegingen herhalen zich voortdurend met een minimum aan variatie, terwijl het bewegingseffect zeer gering is. Soms kunnen deze bewegingen ook in de hals- en rompspieren optreden, waarbij de patiënt dan draaiende bewegingen maakt. Athetose, voor het eerst beschreven door de Amerikaanse neuroloog W.A.Hammond (1828-1900), vindt meestal haar oorzaak in een aandoening van het centrale zenuwstelsel en wel van het extrapiramidale systeem. De ziekte kan aangeboren zijn en kan familiair voorkomen. Soms is athetose het gevolg van een later ontstane hersenziekte. De behandeling is gericht op de primaire oorzaak. Bij de aangeboren vormen kan door fysiotherapie ten dele verbetering worden bereikt.

< >