Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

Addison, Joseph

betekenis & definitie

Addison, Joseph, Engels essayist en staatsman, *1. 5.1672 Milston, +17.6.1719 Londen; predikantszoon. Addison werd in 1708 als Whigparlementslid, was onderstaatssecretaris.

Hij schreef heldere essays in de Tatler (1709-11) en de Spectator (1711 — 14), de tijdschriften die hij samen met Richard -Steele oprichtte. Zijn Latijnse verzen op de Vrede van Rijswijk (1697) trokken de aandacht en bezorgden hem een jaargeld van £300 en een diplomatieke post, die hem in staat stelden door Europa te reizen. Toen de Tories in 1711 weer aan de macht kwamen, verloor hij deze functie. Werken: Cato (1713; treurspel), The Drummer (1715; blijspel). In de Ned. letteren vond hij een navolger in Justus van Effen. LITT. P.B.H.O.Smithers, Life of J.Addison (1954); A.R.Humphreys, Steele, Addison and their periodical essays (1959).

< >