Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

aardwolf

betekenis & definitie

aardwolf - aard'wolf, m. (-wolven), 1. maanhaarjakhals, kleinste onder de hyena’s, in veel opzichten enigszins afwijkend van de gewone hyena’s ; 2. soort van woelmuis (Arvicola glareolus), die bij voorkeur in droge gronden leeft.

Het domein van de aardwolf (Proteles cristatus) is beperkt tot Zuid- en Oost-Afrika. Het gebit is zwak ontwikkeld en aangepast aan een dieet van insekten, vnl. termieten. Het haar op hals en rug is uitgegroeid tot een kam van manen, die opgezet kan worden; de vacht is bruin met enkele vertikale donkere strepen, staart dicht behaard. Aantal jongen per worp bedraagt 2-4, gewoonlijk 3. De aardwolf leeft zeer verborgen en is nog weinig bekend. Schouderhoogte 45-50 cm.

< >