W. N.-Amerika; 10-12 m.
Synoniem: R.neo-mexicána HORT. non GRAY.
De „westerse” Robínia is in de winter moeilijk van R.pseudoacácia te onderscheiden, alleen zijn de tot doornen vergroeide steunblaadjes iets kleiner. In de zomer is het verschil groter, daar de jonge twijgen aan de top klierachtig zijn behaard, terwijl de bladeren iets blauw-groen getint zijn en jong zijnde aan de onderzijde zacht behaard. Bloemen in Juni, soms ook later, lichtrose getint, staan in veelbloemige, klierachtig behaarde trossen. De echte R.neo-mexicána GRAY schijnt hier niet winterhard te zijn.
Jonge twijgen aan de top iets kleverig, klierachtig behaard, later kaal; bladeren met 14-20 paar blaadjes, tot 3,5 cm lang, eivormig-elliptisch met stompe, genaaide top. Bloemen tot 2 cm lang; vlag aan de basis geoord; kelk stomp getand, behaard; peulvrucht tot 10 cm lang, dicht klierachtig behaard.
X R. hóldtii BEISS. var. britzénsis SPAETH (R. luxúrians X R.pseudoacácia) wordt een vrij hoge boom, van de vorige soort afwijkend door sterker gedoomde, meer overhangende twijgen, zeer licht gekleurde bloemen en lichter getinte bladeren.