Rosmarijn of bloemwilg Struiken met verspreid staande zomer- en zomer- en wintergroene, veernervige, gezaagde of getande bladeren. Bloemen 2-slachtig, in eind- of okselstandige trossen; 5 kelk- en 5 kroonbladen, 5 meeldraden; vruchtbeginsel bovenstandig; stijlen vergroeid; doosvrucht 2-kleppig; zaden samengedrukt.
Van dit geslacht zijn 10 soorten bekend, meestal voorkomend in Z.O.-Azië en deze bij ons niet winterhard en 1 soort in N.-Amerika.
Men kweekt Itea van zaad of door afleggen.
