Himalaya; 30-40 cm.
Opgaand groeiend struikje, eveneens met in rijen geplaatste bladeren; deze zijn 3-6 mm lang, naaldvormig, donkergroen met iets lichter getinte en gewimperde rand, aan de rugzijde gegroefd. Bloeit in Mei met iets nikkende okselstandige bloemen;
bloemkroon 8-10 mm in diameter, wijd-klokvormig, met zeer korte lobben; meeldraden en stijl zeer kort, de laatste overal bijna gelijk van dikte.