Alabama, Tennesee; 20 m.
Syn.: Hicória pállida ASHE.
Voorzover mij bekend, in ons land niet aanwezig, wel in verschillende botanische tuinen in Engeland en Frankrijk. Wat ik gezien heb, waren hoog opgroeiende struiken, soms iets overhangend, met dikke kale roodbruine twijgen. Van alle overige soorten is deze gemakkelijk te herkennen aan de niet afbladerende schors, de geheel kale jonge twijgen en de sterk behaarde bladsteel en spil.
Eindknop klein, met talrijke klierachtig behaarde schubben; bladeren gewoonlijk met 7 of 9 blaadjes, 8-14 cm lang, alleen de onderzijde iets behaard en zilverachtig beschubd, lang-lancetvormig, bladrand fijn gezaagd.
♂ katjes tot 12 cm lang, met behaarde steel: vrucht 2-3 cm lang, eirond; noot lichtgeel, zwak gegroefd.
