Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

velum

betekenis & definitie

betekenis
doek, zeildoek, tentdoek

uitspraak
[vee-lum]

citaat
"Het velum hangt onder het dakraam en beschermt het panorama uit 1881 tegen het invallende licht. De klus is ingewikkeld, omdat de steigers het meesterwerk van Mesdag niet mogen beschadigen."
Bron: 'Tentdoek' Panorama Mesdag vervangen (NOS, 4 februari 2015)

woordfeit
Velum is het Latijnse woord voor 'zeil' (van een boot), 'zeildoek' en 'doek' (in het algemeen). In het Nederlands heeft het in de loop der eeuwen allerlei betekenissen gekregen. In kerkelijke contexten bijvoorbeeld 'doek over het altaar', 'kleedje rondom de miskelk' en 'lange doek over schouders en armen van een priester of diaken'.
Velum heeft ook enkele biologische betekenissen. Zo kan het het zachte gehemelte (in de mond), een vlies van een paddenstoel en een deel van het lichaam van kwallen en weekdieren aanduiden.
In het citaat hierboven is velum een groot stuk doek dat als bescherming dient.