Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

opruiing

betekenis & definitie

het aansporen tot strafbare feiten

uitspraak
[op-rui-ing]

citaat
"Rapper Boef zit niet langer vast. De vloggende rapper werd maandagavond aangehouden op verdenking van opruiing. In Tilburg-Noord kwamen toen zo'n 200 jongeren op de been, maar een vechtpartij werd door de politie voorkomen."
Bron: Rapper Boef is weer op vrije voeten, maar hij blijft wel verdachte (Omroep Brabant, 15 september 2016)

woordfeit
Opruiing geldt in Nederland als een misdrijf tegen de openbare orde. Artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht omschrijft het als volgt: "Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag opruit, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vierde categorie."
Opruien/opruiden betekende in het Middelnederlands 'omwoelen, omhooghalen (uit de grond)'. Daaruit ontstonden figuurlijke betekenissen als 'oprakelen', 'sluimerende driften opwekken' en (sinds de zestiende eeuw) 'ophitsen'. Opruien is verwant met rooien 'ontwortelen, uitgraven', dat in de dertiende eeuw voor het eerst op schrift is aangetroffen in het Nederlands, maar waarschijnlijk al vóór het jaar 1000 gebruikt werd.