Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

navrant

betekenis & definitie

betekenis
schrijnend, hartverscheurend

uitspraak
[na-vrant]

citaat
"Otterspeer is juist overtuigend als hij dicht bij Hermans' leven blijft, organisch laat zien hoe Hermans' brandende schrijfambitie de (vaak minder navrante) werkelijkheid kleurde, en als hij op grond daarvan (vaak tegen het eind van een hoofdstuk) scherp analytisch inzicht ventileert."
Bron: In zijn daverend eenzame element (Jeroen Vullings, Vrij Nederland, 6 december 2013)

woordfeit
Navrant is van oorsprong een Franse werkwoordsvorm, namelijk het tegenwoordig deelwoord van navrer. Dat betekende aanvankelijk 'verwonden bij snijden of doorboren' en kreeg vervolgens de figuurlijke betekenis 'diep bedroeven, kwetsen'. Navrant 'bedroevend, pijnlijk verdriet veroorzakend' kwam in de negentiende eeuw in het Nederlands terecht.
De herkomst van het Franse navrer is onderwerp van discussie: een Oudnoords woord voor 'doorboren' wordt wel geopperd, maar ook het Latijnse naufragare 'schipbreuk lijden'.