Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

meesmuilen

betekenis & definitie

UIT:
Allemaal Boontjes (Karel Verhoeven, De Standaard, 9 maart 2012)

CONTEXT:
Politiek kon hem maar matig interesseren. Wat MEESMUILEND keek hij naar de felle politieke strijd tussen liberalen en katholieken.

:
schamper glimlachen

UITSPRAAK:
[mees-mui-luhn]

WOORDFEIT:
Hoe je precies kijkt als je meesmuilt, is lastig uit te leggen. Het houdt het midden tussen spottend, grijnzend, schamper en ontevreden lachend.
Over de herkomst van meesmuilen bestaan twee theorieën. De ene ziet er een samenstelling in van mee en smuilen, een oud woord voor 'glimlachen', dat verwant is met het Engelse smile. De andere theorie gaat uit van een oud werkwoord mezen, dat 'grijnzen' zou betekenen, en muil in de betekenis 'mond, bek'. Zie voor meer informatie de Etymologiebank.