Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

maquillage

betekenis & definitie

UIT:
Gaga domineert de wereld (Peter Vantyghem, De Standaard, 15 mei 2010)

CONTEXT:
De immense garderobe, al die hoeden en maskers, en vooral haar spel met MAQUILLAGE ... voor Gaga is het een manier om zich te bevrijden. Niet door er geweldig goed, maar door er 'interessant' uit te zien.

:
make-up, het opmaken

UITSPRAAK:
[ma-kie-ja-zjuh]

WOORDFEIT:
Maquillage is een woord dat in de twintigste eeuw uit het Frans is overgenomen, maar het heeft Nederlandse wortels. Het Franse maquiller 'werken' is namelijk via het Picardische (Noord-Franse) makier 'doen' afgeleid van het Nederlandse maken.
Het woord maquillage kan gebruikt worden om de opmaakproducten aan te duiden (mascara, rouge, etc.), maar ook voor het opmaken zelf en voor het uiteindelijke resultaat ervan.