Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

grief

betekenis & definitie

betekenis
bezwaar, klacht, reden tot ontevredenheid

uitspraak
[grief]

citaat
"Mede naar aanleiding van de grieven van het comité bundelde de waarnemend nationale ombudsman Frank van Dooren eenentwintig klachten van burgers die door het comité werden aangedragen en die op zijn verzoek door de onafhankelijke klachtencommissie moesten worden beoordeeld."
Bron: Politiegeweld in de Schilderswijk (Harm Ede Botje en Abdou Bouzerda, Vrij Nederland, 15 november 2014)

woordfeit
Het woord grief is rond het jaar 1300 overgenomen uit het Frans, met de betekenis 'leed, verdriet'. In het Frans en in het Nederlands ontwikkelde de betekenis zich later tot 'bezwaar, klacht'. Grief gaat terug op het Latijnse bijvoeglijk naamwoord gravis 'zwaar'.
In het citaat hierboven is grieven het meervoud van grief. Er bestaat ook een werkwoord grieven, met de betekenis 'krenken, kwetsen'; vooral het voltooid deelwoord daarvan komt geregeld voor: gegriefd is 'gekrenkt, beledigd'.