Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

FLUKS

betekenis & definitie

UIT:
'Dexia was het Lehman Brothers van Europa' (Nico Tanghe, De Standaard, 20 oktober 2011)

CONTEXT:
Zijn FLUKSE tred en stevige handdruk is de Franse topman van Dexia nog niet kwijt. Maar bij aanvang van het gesprek is de blik van Pierre Mariani dof en zijn gezicht getekend.

:
snel, kwiek, stevig

UITSPRAAK:
[fluks]

WOORDFEIT:
De oudst bekende vorm van fluks is het Middelnederlandse vloechs of vluchs. Dit was een (tweede)naamvalsvorm van vloghe 'het vliegen, de vlucht' en betekende 'in de vlucht, vliegensvlug'. In die tijd werd het als bijwoord gebruikt, later ook als bijvoeglijk naamwoord (zoals in het citaat). De v is mogelijk in een f veranderd onder invloed van het Duitse flugs.
Het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands meldt als een terzijde dat fluks begin vorige eeuw, toen de burgerluchtvaart net op gang kwam, werd voorgesteld als kernachtig woord voor 'vliegtuig'.