Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

fiducie

betekenis & definitie

betekenis
vertrouwen

uitspraak
[fie-duu-sie]

citaat
"In het debat blijken oppositiepartijen er echter tot nu toe weinig fiducie in te hebben."
Bron: 'Nog steeds vertrouwen in asielplan' (De Telegraaf, 10 september 2015)

woordfeit
Ergens fiducie in hebben betekent 'erop vertrouwen dat iets goed afloopt'. Het woord fiducie komt via het Frans van het Latijnse fiducia 'vertrouwen, zelfvertrouwen'. Dat woord is afgeleid van het werkwoord fidere 'vertrouwen'. Een verwant woord is fideel 'trouwhartig'.
In de praktijk wordt fiducie weleens uitgesproken en geschreven als fiductie, naar analogie van woorden als productie en constructie, maar die t is toch echt niet juist.