Wat is de betekenis van fiducie?

2024-04-26
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

fiducie

Fiducie is een term die gebruikt wordt in de juridische en financiële wereld om te verwijzen naar een soort trust of vertrouwensrelatie. In de juridische context kan "fiducie" verwijzen naar een soort overeenkomst waarbij iemand (de "fiduciair") de beheerstaken van bepaalde eigendommen of vermogens overdraagt aan iemand and...

2024-04-26
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

fiducie

betekenis vertrouwen uitspraak [fie-duu-sie] citaat "In het debat blijken oppositiepartijen er echter tot nu toe weinig fiducie in te hebben." Bron: 'Nog steeds vertrouwen in asielplan' (De Telegraaf, 10 september 2015) woordfeit Ergens fiducie in hebben betekent 'erop vertrouwen dat iets goed afloopt'. Het woord fi...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fiducie

fiducie - Zelfstandignaamwoord 1. vertrouwen Ons geldstelsel welke [sic] nu is gebaseerd op fiducie met de us$ als sleutelvaluta zal het komende decennium een herijking ondergaan na hyperinflatie van de us$ Verwante begrippen geloof

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Fiducie

[Lat. fiducia, van fidere ww = vertrouwen, van fides = trouw] (volkst.) geloof in de betrouwbaarheid of deugdelijkheid van een persoon of zaak, vertrouwen op de goede afloop van een zaak: ik heb geen fiducie in deze zaak; ik heb meer fiducie in A dan in B.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Fiducie

vertrouwen

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Fiducie

vertrouwen; verwachting

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fiducie

(<Lat.), v., (gemeenz.) vertrouwen op een goede afloop of uitslag, geloof in de degelijkheid of betrouwbaarheid van iets of iem. : ik heb er geen fiducie in ; fiducie in iem. stellen.

2024-04-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

fiducie

v. vertrouwen.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

fiducie

v. (Lat. fiducia: vertrouwen): ik heb daar geen fiducie in; geen fiducie in iem. hebben.