Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

credo

betekenis & definitie

betekenis
(hier:) motto

uitspraak
[kree-do]

citaat
"Meer aandacht voor slachtoffers, minder compassie met de daders – dat was van meet af aan een van zijn credo's en een door zijn ervaringen in het justitiële bedrijf diep doorleefde drijfveer."
Bron: Fred Teeven: van belastingcontroleur tot crimefighter (Remco Meijer, de Volkskrant, 9 maart 2015)

woordfeit
Credo is de eerste persoon enkelvoud van het Latijnse werkwoord credere 'geloven, vertrouwen'. Het betekent dus 'ik geloof'. Credo is het woord waarmee de christelijke geloofsbelijdenis begint, en zo werd het ook de aanduiding voor de belijdenis zelf (en voor het deel van de mis en muziekstukken met die tekst). Vervolgens verschoof de betekenis van 'belijdenis van iemands geloof' naar 'belijdenis van iemands diepste overtuiging', en inmiddels is de betekenis afgezwakt tot 'stellige overtuiging' of 'motto, devies'.