Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

AUTARKISCH

betekenis & definitie

UIT:
Architectuur aangepast aan de mens (Floor van Dijck, De Pers, 15 juni 2011)

CONTEXT:
De nieuwe AUTARKISCHE woning is geen plaggenhut met kaarslicht en een sloot als douche, maar een volwaardige woning, van alle gemakken voorzien en door technologische snufjes geheel onafhankelijk.

:
zelfvoorzienend

UITSPRAAK:
[au-tar-kies]

WOORDFEIT:
Autarkisch is het bijvoeglijk naamwoord bij autarkie, dat zowel 'zelfgenoegzaamheid' betekent als 'zelfredzaamheid, zelfvoorzienendheid'. Het is afgeleid van het gelijkbetekenende Griekse autarkeia, dat weer het zelfstandig naamwoord is bij autark�s 'in staat zich te verdedigen, zelfredzaam'. Dit woord is opgebouwd uit autos 'zelf, alleen' en arkein 'zich verdedigen, voldoende zijn'.

< >