Gepubliceerd op 17-01-2021

Wet toezicht kredietwezen

betekenis & definitie

Ned. wet van 13.4.1978, in werking getreden op 1.1.1979, houdende bepalingen inzake het toezicht door De Ned. Bank op het kredietwezen.

De nieuwe Wet Toezicht Kredietwezen trad in de plaats van de oudere wet van 1956. Volgens de wet is voortaan het uitoefenen van het bedrijf aan kredietinstellingen uitsluitend toegestaan na het verkrijgen van een vergunning. Tevens wordt het woord ‘bank’ beschermd. Het bedrijfseconomisch toezicht wordt, evenals voorheen, uitgeoefend aan de hand van door De Ned. Bank vastgestelde richtlijnen voor solvabiliteit en liquiditeit; nu zijn evenwel, krachtens uitvoeringsbesluit, ook hypotheekbanken hieronder gebracht, en kan dit ook gaan gelden voor andere kapitaalmarktinstellingen. Voorts zijn de interventiemogelijkheden van De Ned.

Bank uitgebreid bij kredietinstellingen die de richtlijnen niet volgen of wanneer een ongewenste of gevaarlijke ontwikkeling dreigt. Tevens is een noodregeling opgesteld voor de snelle en efficiënte liquidatie van een kredietinstelling.

De reikwijdte van het monetair toezicht wordt uitgebreid tot de Rijkspostspaarbank en de Postchequeen Girodienst, terwijl tevens ‘near-banks’ (schierbanken) hieronder gebracht kunnen worden. Het van oudsher bestaande monetaire instrumentarium blijft gehandhaafd. Nieuw is de mogelijkheid tot invoering van een structurele kasreserve en tot limitering van de netto- of passiefpositie van het bankwezen ten opzichte van het buitenland, alsmede tot het geven van voorschriften over de rente en overige condities van bepaalde buitenlandse passiva. Het preventief structureel toezicht, nu ook van de minister van Financiën, op een aantal handelingen van kredietinstellingen, (o.a. bij fusies en deelnemingen) is uitgebreid. Ook de toetsingscriteria die de Bank hanteerde (gezond bankbeleid, tegengaan van onaanvaardbare machtsconcentratie) en die nu ook door de minister kunnen worden gehanteerd, zijn uitgebreid met ‘andere overwegingen van algemeen belang’, waarvan hantering aan de minister is voorbehouden (evenwel pas na een afzonderlijke wet en invoering van een algemene preventieve fusiewetgeving). Op grond van de wet kwam een collectieve garantieregeling tot stand, krachtens welke bij faillissement e.d. door De Ned.

Bank aan een gedupeerde crediteur van een op naam gestelde schuldvordering van natuurlijke personen, verenigingen of stichtingen maximaal f 30000 wordt uitgekeerd. Tenslotte kan de Kroon een in overleg tot stand gekomen regeling van de rente en overige voorwaarden van direct opvraagbare tegoeden bindend opleggen, waardoor een bedrijfseconomisch onverantwoorde concurrentiestrijd kan worden tegengegaan.