v., (afk. CAT, computerized axial tomography) een röntgenografische methode, waarbij een orgaan als het ware doorsnedegewijs afgebeeld kan worden aan de hand van metingen van röntgenstralen na passage door het orgaan.
© In Nederland heeft de computertomografie in 1975 haar intrede gedaan. Deze nieuwe onderzoektechniek wordt gebruikt naast de gewone röntgenologische onderzoektechnieken (b.v. de angiografie), de elektro-encefalografie en de scintigrafie. Structuren binnen de schedel, wervelkolom enz. kunnen ermee worden waargenomen zonder dat er gebruik gemaakt moet worden van contrastmiddelen of van radioactieve isotopen. De meetuitkomsten worden met behulp van een computer geïntegreerd tot de informatie van een doorsnedebeeld, dat op een beeldscherm zichtbaar gemaakt wordt. De werkwijze is als volgt: men laat een smalle röntgenbundel door b.v. het hoofd van de patiënt gaan, terwijl aan de tegenoverliggende zijde de gepasseerde röntgenbundel wordt opgevangen door een geschikte detector (gammacamera), die de intensiteit meet. Ondertussen bewegen de röntgenbron en de detector rondom het hoofd, en wel zodanig dat uitsluitend een ‘plak’ van ca. 13 mm dikte doorstraald wordt.
Achtereenvolgens wordt op deze manier een serie aan elkaar aansluitende ‘plakken’ van het hoofd doorstraald, die te zamen het gehele hoofd beslaan. Voortdurend worden de (gedigitaliseerde) meetuitkomsten van de detector aan een computer toegevoerd. Deze verwerkt de gegevens met een zelfde soort reconstructietechniek als al langer in de radioastronomie wordt toegepast tot een matrix van 80 x 80 of zelfs tot 160 x 160 beeldpunten per ‘plak’. Vanuit het computergeheugen kan men een beeldschermbeeld van elk van die ‘plakken’ oproepen of op fotomateriaal afdrukken. Door gebruik te maken van o.a. meer detectoren is men erin geslaagd de vereiste doorstralingsduur terug te brengen van 4,5 minuut tot enkele tientallen seconden.
In de aldus verkregen beelden is de cerebrospinale vloeistof in de ventrikels zwart en een verkalkte pijnappelklier wit van tint. Hiertussen liggende tinten behoren bij de witte stof, de grijze stof, gezwelweefsel enz., en zijn duidelijk te interpreteren voor de ervaren patholoog-anatoom. Dank zij de computertomografie is röntgenologisch onderzoek met contrastmiddelen, waar een zeker risico mee verbonden is, minder vaak nodig. De uitkomsten van deze onderzoektechniek zijn zeer betrouwbaar. Met grotere nauwkeurigheid dan voorheen zijn de vorm, grootte en ligging van b.v. hersenafwijkingen vast te stellen.