Zelf, Zelve, bn. in eigen persoon; dat spreekt van -, dat be- hoeft@#geene vermelding, - geen betoog, - niet gezegd, dat is zeer natuurlijk; hij - moet komen, hij mag geen ander in zijne plaats zenden; van zich zelve(n) vallen, in eene bezwijming vallen, buiten kennis geraken; zij heeft geene goederen van haar zelve (die haar in persoon toebehooren).
*-BEDROG, o.,
*-BEGOOCHELING, v. waan waarin men zich zelven brengt of gebragt heeft, verbeelding.
*-BEHAGEN, o. gmv. innige voldoening over zich zelven, ijdele hoogmoed op zich zelven.
*-BEHEERSCHING, v. gmv. het bedwingen zijner hartstogten.
*-BEHOUD, o. gmv. zorg voor zijn leven, verdediging van zijnen persoon.
*-BELANG, o. persoonlijk belang; (ook) baatzucht.
*-BEPROEVING, v. gmv. onderzoek van zich zelven.
*-BESTAAN, o. gmv. het bestaan door zich zelf, † perseïteit.
*-BEVLEKKING, v. zek. geheime en voor de gezondheid zeer gevaarlijke ondeugd, † onanie.
*-BEWEGEND, bn. van zelven zich bewegende.
*-BEWUST, bn. met innerlijk besef.
*-DE, bn. de -, het -, geen ander, de reeds genoemde, de reeds bedoelde; ik wensch u het - (evenveel).
*-GEVOEL, o.
*-HEERSCHER, m. (-s), onbeperkt gezaghebber, † autocraat.
*-HEERSCHERES, v. (-sen).
*-HEERSCHING, v. gmv. † autocratie.
*-KANT, m. (-en), buitenkant, dikke wollen rand aan eenig weefsel.
*-KLINKER, m. (-s), letter die zonder hulp van andere letters uitgesproken wordt, † vokaal.
*-LIEFDE, v. gmv. eigenliefde.
*-MOORD, m. (-en), het benemen van het leven aan zich zelven.
*-MOORDENAAR, m. (-s), ...NARES, v. (-sen), die zelf (zelve) een einde aan zijn (haar) leven maakt.
*-OPOFFERING, v. (-en), het bloot geven of veil hebben van zijn leven in het belang van een anderen persoon (of voor eene zaak).