Nederig, bn. en bijw. (-er, -st), laag bij den grond; (fig.) bescheiden, zedig, ootmoedig; (fig.) slecht, laag, gemeen.
*-HEID, v. gmv. bescheidenheid, ootmoed; (fig.) laagheid.
Gepubliceerd op 04-08-2020
betekenis & definitie
Nederig, bn. en bijw. (-er, -st), laag bij den grond; (fig.) bescheiden, zedig, ootmoedig; (fig.) slecht, laag, gemeen.
*-HEID, v. gmv. bescheidenheid, ootmoed; (fig.) laagheid.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: