Jubel, o. gmv. vreugdegejuich.
*-FEEST, o. (-en), feest ter gedachtenis van zekere gebeurtenis na verloop van 25, 50 of 100 jaren.
*-JAAR, o. (...aren), jaar waarin een jubelfeest valt; (bij de oude Israelieten) het vijftigste jaar van de bebouwing eens akkers.
*-KREET, m. (...eten), juichtoon.