Inslaan, bw. ow. onr. door slaan indrijven (eenen paal, eenen spijker enz.); door inslaan breken; een vat den bodem -; de glazen -; voorraad opdoen (b.v. bier enz.); (fig.) den bodem -, eene zaak doen mislukken, een einde aan iets maken; omslaan, inleggen (kleedingstukken die te wijd of te lang zijn); vouwen - (maken); eenen draad - (onder het breijen); eenen weg - (nemen, volgen); § schielijk en veel eten of drinken; de bliksem is hier ingeslagen (neêrgevallen). *-, o. (in al de opgegeven beteekenissen); (ook) het - der haringen in vaten; het - (openloopen) van eene deur.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk