Gepubliceerd op 04-08-2020

Inhoud

betekenis & definitie

Inhoud, m. gmv. alles wat in een boek, geschrift enz. begrepen is, de brief was van dezen -; ruimte (van een schip, vat enz.), dit schip heeft tweehonderd ton -; (wisk.) grootte van een werkstuk, ruimte eener vlakte, capaciteit.

*-EN, bw. onr. in zijne ligchamelijke ruimte bevatten; in zich hebben; vermeld staan (in eenen brief enz.); (fig.) matigen, bedwingen, temperen; afhouden, terughouden (bij eene betaling). ZICH -, ww.
*-ING, v. (-en), beteugeling.
*-SMAAT, v. (...aten), voor drooge en natte waren, (b.v. vat, mud, kan enz.).