Definities van Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie A
- Albert
- Alcantara
- Alcove, Alcoof
- Aldaar
- Alexandrijnen
- Alfabet
- Alfpapenkruid
- Alft
- Algemeen
- Algen
- Algenoeg
- Algezigt
- Algoed
- Alhier
- Alien-bill
- Alikruik
- Alimentatie
- Alkannewortel
- Alkoran
- Allah
- Alle
- Alleen
- Allegaar
- Allege
- Allemaal
- Allengs
- Allenthalve
- Aller
- Alles
- Allezins
- Almagt
- Almanak
- Almogend
- Aloë
- Alom
- Aloud
- Alpaca-wol
- Alpen
- Alphabet
- Alreede, *...reeds
- Als
- Alsem
- Alt
- Altaar
- Altegader, *...maal
- Althans
- Aluin
- Alvermogen
- Amandel
- Amarant
- Amarel
- Ambacht
- Ambeeld
- Amber
- Ambrosio
- Ambt
- Ameldonk
- Amen!
- Amerij
- Amethist
- Amiant
- Amiraal, Ameraal, Ammiraal
- Ammonshoorn
- Ander
- Anders
- Andijvie
- Andoren
- Andreas
- Anemoon
- Angel
- Angst
- Anijl
- Anijs
- Anjelier
- Anker
- Anna
- Annatto
- Ansjovis
- Antwoord
- Apenbakhuis
- Aperij
- Apin
- Apostel
- Apothecia
- Apotheek
- Apotheker
- Appel
- April
- Arak
- Arbeid
- Arduin
- Arend
- Arg
- Argandsche lamp
- Argeloos
- Argeren
- Arglist
- Argus-oog
- Argwaan
- Ariaan