Bankgeld, o. gmv. geld waarvan de koers hooger stond dan kasof kontant geld.
*...HOUDER, m. (-s), *..HOUDSTER, v. (-s), hij -, zij die eene speelbank of eene bank van leening houdt, of ze voor eigen rekening bestuurt.
*...NOOT, v. (...en), bankbiljet (inz. engelsche).