Gepubliceerd op 04-08-2020

Bakken

betekenis & definitie

Bakken, bw. ow. (ik bakte, heb gebakken; brood -, eene taart-; (ook) hard vriezen; (fig.) eene poets -, op slinksche wijze iem. eenen trek spelen; hij zal het hem -; (fig.) mijn brood is overal gebakken, ik vind overal mijn bestaan.

*...KER, m. (-s). -IN, v. (-nen).
*...KERIJ, v. (-en), de plaats waar gebakken wordt; het vak van bakker.