Gepubliceerd op 04-08-2020

Aangieten

betekenis & definitie

Aangieten, bw. ow. ong. (ik goot aan, heb aangegoten), gietende aaneenvoegen; ijverig-, vol gieten.

*...GIETING, v. (-en).
*...GIFT, -E, v. (-en, -n) = AANGAAF.
*...GLIJDEN, ow. ong. (ik gleed aan, heb of ben aangegleden), glijdende naderen; vlug glijden.
*...GLIMMEN, ow. ong. (ik glom aan, ben aangeglommen), vuur vatten, ontvlammen.
*...GLINSTEREN, ow. gel. (ik glinsterde aan, heb aangeglinsterd), glanzen, beschijnen.
*...GLOEIJEN, bw. ow. gel. (ik gloeide aan, heb of ben aangegloeid), ontsteken, in vuur zetten; in gloed of vuur geraken.
*...GLOEIJING, v. (gmv.)
*...GLUREN, bw. gel. (ik gluurde aan, heb aangegluurd), steelsgewijs aanzien, van ter zijde beschouwen.
*...GLURING, v. (-en), steelsche blik.
*...GLUURDER, m. (-s.) ...STER, v. (-s.)
*...GOOIJEN, (B.
*...GOOIEN), bw. gel. (ik gooide aan, heb aangegooid), tegen of op iets werpen.
*...GOOIJING, v. (-en).
*...GORDEN, bw. gel. (ik gordde aan, heb aangegord), door middel van eenen gordel vasthechten.
*...GORDING, v. (-en.)
*...GRAAUWEN, bw. gel. (ik graauwde aan, heb aangegraauwd), norsch bejegenen, ruw toespreken.
*...GRAAUWER, m. (-s).
*...GRAAUWSTER, v. (-s).
*...GRAAUWING, v. (-en).
*...GRENIKEN,
*...GRINNIKEN, bw. gel. (ik grenikte of grinnikte aan, heb aangegrenikt of aangegrinnikt), met eenen spottenden glimlach aanzien.
*...GRENZEN, ow. gel. (ik grensde aan, heb gegrensd aan), digt bij liggen, aanpalen, belenden.
*...GRENZEND, td., bn.
*...GRENZING, v. gmv.
*...GRIJNEN, bw. gel. (ik grijnde aan, heb aangegrijnd), met eene vertrekking van den mond aanschouwen of toespreken.
*...GRIJNING, v. (-en).
*...GRIJNZEN, bw. gel. (ik grijnsde aan, heb aangegrijnsd), kuren (tegen iem.) maken.
*...GRIJNZING, v. (-en).
*...GRIJPEN, bw. ong. (ik greep aan, heb aangegrepen), met de hand aanvatten, vasthouden; (fig.) aanranden, aanvallen; (fig.) zich -, zich bijzonder inspannen.
*...GRIJPER, m. (-s).
*...GRIJPSTER, v. (-s).
*...GRIJPING, v. (-en).
*...GRIMMEN, bw. gel. (ik grimde aan, heb aangegrimd), toornige blikken (op iem.) werpen.