Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Stuud(je);stuut

betekenis & definitie

Stuud(je);stuut - iemand die voortdurend met zijn neus in de boeken zit; leerling die op overdreven wijze uit is op goede cijfers; studiebol. Minachtend jeugdslang.

Als de groepsnorm bijvoorbeeld voorschrijft dat je op school geen donder uitvoert, worden vaak de leerlingen gepakt die wel studeren. ‘Stuudjes’ worden die dan genoemd. Elsevier, 31-10-87

Ik heb eens een spreekbeurt gehouden over hoe het eigenlijk is om een ‘stuud’ te zijn. Club, maart 1988

Geen scheldwoord zo dodelijk als ‘stuut’, studiehoofd. Elsevier, 16-11-91

En het gymnasium lijkt meer dan ooit de broze vrijplaats van wat tegenwoordig die ‘vieze stuud’ wordt genoemd. de Volkskrant, 14-12-91

De Marokkaanse Karima is ‘een stuud’ en ze zit op een ‘jodenschool’. de Volkskrant, 15-05-98

< >