Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 08-06-2017

Futon

betekenis & definitie

Futon - matras- of bankovertrek, gevuld met een katoenen wattenlaag. Van Japanse oorsprong en daar al bekend in de 19de eeuw. In het Westen aanvankelijk alleen via de reisliteratuur bekend. In de jaren tachtig werden futons ook bij ons modieus.

Knuwer maakt de futons van Katja Futon volgens een duizend jaren oude traditie uit Japan. Hij legt rollen wattenlagen van katoen haaks en luchtig op elkaar over de vloer. Het maken van futons is overigens wel een arbeidsintensief werkje, per dag krijgt Knuwer er hoogstens één af. Amsterdams Stadsblad, 23-07-97

< >