Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 08-06-2017

Futures

betekenis & definitie

Futures - (Eng.), beursterm voor ‘termijnzaken’.

Futures: termijncontracten, toekomstcontracten. Jaap van der Wijk: Woordenboek voor de beurs, 1991

Future: Een termijncontract in effecten, goederen of in vreemde valuta’s dat gestandaardiseerd is met betrekking tot de termijn, de uitoefenprijs en het aantal onderliggende waarden. Prisma van de algemene economie, 1992

De indexen voor ‘futures’, termijncontracten op aandelen, gaven een grotere daling aan, hetgeen erop duidt dat de handel een verdere daling van de aandelenkoersen verwacht. de Volkskrant, 03-09-92

Het gaat bij futures om forse investeringen per belegger. En er zijn makelaars in futures die de hele dag niets anders doen dan met een team mensen hun potentiële klanten een telefonische voet tussen de deur zetten. Elsevier, 29-03-93

Zo’n future is een standaard-contract waarin de toekomstige koop of verkoop van een ‘mandje’ aandelen (volgens de index samengesteld) is geregeld. NRC Handelsblad, 13-03-97

Het waren vooral onroerend goed-aandelen en ‘futures’, financiële termijncontracten die de markt in beweging zetten. de Volkskrant, 01-08-97

De handel in futures: dat zijn zo’n vijftig kerels op een kluitje, die heel hard tegen twintig schermen schreeuwen. HP/De Tijd, 20-03-98