Funshopper - (Eng.), iemand die aan funshoppen doet.
Knipper met de ogen, knijp in de bovenarm: het is waarlijk zondag. Bewoners van de binnenstad spreken meesmuilend van provinciale ‘funshoppers’, die massaal hun blikken bezit de stad inrijden om op grachten en singels een tot voor kort ongekende stoet van knorrende beesten te vormen. Elsevier, 13-03-97