Computervirus - minuscuul computerprogramma met voortplantingsvermogen. Het heeft zich genesteld op een onvindbare plaats in het geheugen van de computer. Daar kan het maanden blijven zitten, totdat het zich manifesteert op een door de kwaadwillende programmeur ingebouwd moment. Het kan dan de harde schijf of gemeenschappelijk gebruikte diskettes infecteren en zo van de ene gebruiker op de andere overgaan. Heeft het virus eenmaal een zeker aantal kopieën gemaakt, dan wordt er schade aangericht, bijvoorbeeld het wissen van de hele harde schijf; soms ook subtiel, door informatie te veranderen in een database. Oorsprong van de infectie is vaak een BBS of een illegale kopie van een commercieel programma. Een gouden regel is dan ook nooit software van vreemden aan te nemen. In 1988 trof zo’n virus maar liefst 6000 computers in de Verenigde Staten. Virussen hebben doorgaans een naam. Zo dook in de jaren tachtig het ‘Cookie Monster’-virus op (een verwijzing naar de populaire kinderserie Sesam Straat). Dit virus verlangde, op straffe van vernielingen, drie minuten lang eten in de vorm van het typen van het woord ‘cookies’. Als de computergebruiker geen fouten had gemaakt en voldoende ‘cookies’ had getypt, verdween het monster.
Er dringt een verwoestende infectieziekte binnen in steeds meer computersystemen. Omdat hij dodelijk en ongrijpbaar is, wordt dit computervirus met AIDS vergeleken. Nieuwe Revu, 24-03-88
Een computervirus heeft wetenschappelijke computers over de hele Verenigde Staten deels onbruikbaar gemaakt. Trouw, 03-11-88
Dankzij een slimme knaap uit Amerika stonden de media weer bol van berichten over computervirussen. de Volkskrant, 12-11-88
Computervirussen. Zij gelijken op de Trojaanse paarden en dienen om de werking van een programma te wijzigen. Zoals in de geneeskunde, hebben die virussen de eigenschap dat ze besmettelijk zijn en aan andere programma’s in dezelfde computer of hetzelfde netwerk doorgegeven kunnen worden. Sommige virussen kunnen zichzelf veranderen en zo ontsnappen aan zoekmethoden. Virussen en Trojaanse paarden berokkenen over het algemeen grote schade. Het Nieuwsblad, 04-03-89
Een computervirus ontstaat als een programmeur besluit een extra programmaatje te schrijven dat ervoor bedoeld is om zich te hechten aan een ander programma, zoals zaadpollen aan een wollen trui. Haagse Post, 28-10-89