Neologismen

Instituut voor de Nederlandse Taal (2020)

Gepubliceerd op 07-04-2020

winkelen

betekenis & definitie

verschillende instanties bezoeken om te kijken bij welke men het beste terecht kan

Soepel studeren met 'vouchers' Een selecte club studenten kan vanaf deze maand 'shoppen' in het hoger beroepsonderwijs (hbo) met zogenoemde vouchers. Dat biedt de studenten een grotere vrijheid, maar de hogescholen lopen daarbij niet-geringe risico's. Bijna vijftien jaar nadat er daarvoor al een kant-en- klaar plan lag, begint deze maand een experiment met onderwijsvouchers, een soort waardebonnen voor hoger beroepsonderwijs. Het idee is simpel: geef een student aan een hogeschool een strippenkaart en laat hem, al 'shoppend' door onderwijsland, de laatste twee jaar van zijn opleiding samenstellen. Hier een stage, daar een interessant vak - en dat alles betaald met, al dan niet door het bedrijfsleven gefinancierde, vouchers. Met steun van de HBO-raad, MKB-Nederland en de departementen van Economische Zaken en Onderwijs beginnen tien hogescholen en zes organisaties in het midden- en kleinbedrijf met het project. Flexibiliteit, keuzevrijheid voor de student, 'een leven lang leren' en concurrentie tussen hogescholen zijn de meest gehoorde argumenten. Voor studenten vergroot het project inderdaad de mogelijkheid de opleiding naar eigen inzicht in te richten. Na twee jaar 'gewoon' onderwijs wordt een individueel leerplan opgesteld. Tevens kan de student, als hij dat wil, met aangesloten werkgevers en branche- organisaties overleggen over werkervaringsplaatsen of 'duale leerroutes' (werken en leren tegelijk). Het bedrijfsleven, vooral het midden- en kleinbedrijf, hoopt door het nauwer aanhalen van de banden met het onderwijs de krapte op de arbeidsmarkt beter het hoofd te kunnen bieden en en passant de kennis van studenten te gebruiken voor innovatie. Dankzij intensievere samenwerking tussen het midden- en kleinbedrijf en hogescholen is de laatste vijf jaar de kennis over bijvoorbeeld export en innovatie in het MKB fors toegenomen. Dit maakt dat het bedrijfsleven nu ook wil investeren in hbo'ers. Ook de overheid is tevreden. Vooral de (liberale) bewindslieden Hermans (Onderwijs) en Jorritsma (Economische Zaken), die beiden ruim vijf miljoen gulden in het experiment steken, zijn lovend over de nieuwe keuzevrijheid van de student en de toenemende concurrentie tussen de hogescholen. Jorritsma zei het jammer te vinden dat slechts 10 van de in totaal 56 hogescholen (waaronder Amsterdam, Rotterdam, Zwolle, Haarlem, Enschede en Limburg) participeren in het project. Hermans, druk bezig met de introductie van een bachelor-master-route, stelde dat het experiment alleen kans van slagen heeft als er volledige openheid is over de prestaties van hogescholen. "De visitatierapporten die wij opstellen moeten volledig openbaar zijn. Zet ze op internet, dan kunnen studenten zelf vergelijken waar ze wat het beste kunnen doen." En dat is nu juist waar de hogescholen beducht voor zijn. Openheid is goed, maar dat brengt in dit geval niet-geringe risico's met zich mee. Als studenten, om welke reden dan ook, een opleiding mijden, komt er geen extra geld binnen bovenop de rijksbijdrage. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat studenten zich meer laten leiden door de locatie van een hogeschool, dan door het aangeboden lesprogramma. Hermans bleef er gisteren laconiek onder. "Ik ben er voor het bestel, niet voor individuele hogescholen", zei hij. Het is niet uitgesloten dat door deze manier van financiering van het hoger onderwijs op termijn enkele minder goed renderende hogescholen de poorten moeten sluiten. Dan blijft er voor de studenten overigens per saldo minder over om te winkelen.
NRC Handelsblad (http://www.nrc.nl/),