Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Jaar en dag

betekenis & definitie

D.i. langen tijd; ook na jaaren dag, na langen tijd; hd . seitJahrund Tag; eng . in a year and a day (Prick , 52).

De bet. is ontleend aan het vroegere middeleeuwsche rechtswezen, waarbij allerlei rechtstoestanden konden beklijven en allerlei rechten hunne kracht verloren door verloop van jaar en dag, d.i. éen jaar en éen dag, een vrij jaar (waarbij de dag van aanvang niet meetelt). In later tijd (bij ons sedert het laatst van de twaalfde eeuw) verstaat men er onder een jaar, zes weken en soms nog drie dagen; vgl. Kiliaen: Jaer ende dach, annus etsexseptimanae: et (veteri Saxonum more) tres insuperdies. Zie Mededeelingen v.d. Maatschappij v. Nederl. Ltk. 1897-98, bl . 114-115; Ndl.

Wdb.
VII, 39 en het Mnl. Wdb. II, 11; III, 985.