Natuurdiëtisten Nederland

Marijke de Waal Malefijt (2020)

Gepubliceerd op 24-12-2019

Maagzuur

betekenis & definitie

Maagzuur is zoutzuur dat deel uitmaakt van maagsap en wordt gemaakt door cellen in het slijmvlies van de maagwand. De functie van maagzuur is het doden van (schadelijke) bacteriën.

Het ontstaan van maagklachten is meestal een combinatie van factoren zoals te veel, te vet of te snel eten, overmatig gebruik van koffie en alcohol, stress, spanningen en angsten. Dit uit zich in klachten als brandend maagzuur, misselijkheid, refluxklachten en een opgeblazen gevoel rondom de maagstreek.

Niet iedereen heeft baat bij maagzuurremmers. Ze kunnen zelfs voor meer klachten zorgen. Maagzuurremmers zorgen ervoor dat de hoeveelheid van het maagzuur afneemt, waardoor de pH-waarde van het maagzuur stijgt tot boven de 3. Hierdoor kunnen bacteriën beter overleven en op die manier voor een overgroei zorgen wat zich weer uit in een disbalans in de darmen. Het gebruik van maagzuurremmers verlaagt ook de rijkdom aan soorten bacteriën in de darmen
Een hoge zuurgraad van het maagsap heeft een desinfecterende werking. Het remt of stopt de groei van micro-organismen. Lage zuurgraadwaarden veroorzaken vaak darminfecties.

Maagzuurremmers vergroten het risico op Clostridium-infecties. Clostridium difficile is bij ieder gezond mens aanwezig in de darm. Het is mogelijk dat het verlies van bepaalde bacteriesoorten te maken heeft met de overgroei van Clostridium difficile-infecties. Dit kan klachten met zich meebrengen zoals diarree, misselijkheid, buikpijn, krampen en soms koorts. Suppletie met specifieke probiotica beschermt tegen Clostridium-infecties doordat het zorgt voor een goede aanvoer van gunstige bacteriën. Hierdoor worden ongunstige bacteriën geremd in hun overwoekering.

Bij voedselopname wordt de maagzuurproductie gestimuleerd door o.a. histamine. Histamine behoort tot de biogene aminen, dat zijn stoffen die gemaakt worden uit aminozuren, de bouwstenen van de eiwitten. Histamine speelt een belangrijke rol bij allergische reacties.
Wanneer er genoeg maagzuur is, wordt de productie van o.a. histamine verminderd door somatostatine, een peptidehormoon. Is er een somatostatinetekort dan gaat de maagzuur-productie onverminderd door, ook bij een histaminearm dieet.

Een somatostatinetekort kan verschillende oorzaken hebben, bijv. een bacteriële infectie van het maagslijmvlies met de Helicobacter pylori. Deze infectie komt veel voor en het aantal gevallen neemt met de leeftijd toe. De Helicobacter Pylori weet door het zure milieu in de maag te overleven. De Helicobacter pylori is zelf ook een productieve leverancier is van histamine.

Bij de behandeling van een infectie met Helicobacter pylori wordt vaak gebruik gemaakt van protonpompinhibitoren (maagzuurremmers). De inname hiervan veroorzaakt een verstoring in het afremmen van de histamineproductie door somatostatine. Tevens valt op hoeveel bijwerkingen, die genoemd worden op de bijsluiter van deze medicijnen, typische symptomen zijn van een histamine-intolerantie. Via ontlastingsonderzoek kan worden vastgesteld of er sprake is van een Helicobacter pylori-infectie of van een histamine-intolerantie.
Een biogene aminen beperkt dieet heeft tot gevolg dat de zuurregulering vanzelf weer wordt opgepakt door de maag.

Voedingsinterventies bij maagzuurklachten zijn:
• Neem de tijd om te eten; kauw je eten goed (zo’n 40 tot 60 keer per hap).
• Laat alcohol, koffie, zwarte thee, chocolademelk, suiker, scherpe kruiden en specerijen staan.
• Wees voorzichtig met het eten van citrusvruchten zoals sinaasappels, en citroen.
• Vermijd koemelk en tarwe (vooral bij bloedgroep O), want dat kan het maagslijmvlies irriteren.
• Controleer of er een glutenallergie of glutensensibiliteit is (vooral onder bloedgroep A), want deze kunnen de aanmaak van maagzuur bevorderen.
• Ontdek of er voedingsmiddelen of voedselcombinaties zijn die u niet goed verdraagt.
• Wees (voornamelijk in de winter) voorzichtig met rauwe groenten en eet geen fruit bij of net na de maaltijd. Om maagklachten zoveel mogelijk te voorkomen, kun je fruit het beste een half uur voor de lunch of het avondeten nemen.
• Ontdek of u klachten krijgt van voedingsmiddelen die rijk zijn aan biogene aminen. Let vooral op de biogene amine histamine; deze kan een rol spelen bij maagklachten, omdat het de aanmaak van maagzuur stimuleert.
• Mijd gebakken vetten. Als kooktechniek kunt u het beste koken, stomen, blancheren, stoven of uw eten in de oven bereiden. Slow cooking op een vetarme manier, zoals in de Römertopf, of Tajine geeft een betere eiwitvertering vooral bij mensen die slecht vlees of kip kunnen verteren.
• Drink geen ijskoude dranken, vooral niet in combinatie met het eten.
• Bij te weinig maagzuur kunt u voor de maaltijd verdunde appelazijn, citroensap of Molkosan nemen om de vertering te verbeteren.

U kunt ook baat hebben bij:
- Ume Su balletjes, waar u op kunt zuigen en die de maag en vertering ondersteunen. Het kent dezelfde toepassingen als azijn, met als enige verschil dat Ume Su erg zout is, en het dus niet nodig is zout aan uw bereiding toe te voegen. Ume Su is minder zuur dan de gebruikelijke azijn.
- Kuzu of kudzu, een (niet zo krachtig) glutenvrij bindmiddel dat aan uw eten kan worden toegevoegd. Het heeft een verzachtende werking op de maag- en darmslijmvliezen. Het geeft geen (na)smaak en kan een gerecht romiger doen smaken.
- Mastica kan helpen bij zure oprispingen, maagzuur, of gastro-oesofageale reflux.

Maagzuur is nodig om voedsel te kunnen verteren, zodat vitaminen en mineralen goed opgenomen worden in de dunne darm. De belangrijkste factoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van een maagzuurgebrek zijn:
• Permanent gebruik van maagzuurmedicatie zoals protonpompremmers.
• Chirurgische ingrepen in de maag (maagresectie, maagverkleining)
• Chronische gastritis (komt voor bij 80% van alle 50+, vaak t.g.v. Helicobacter pylori)
• Een gebrek aan jodium in het maagweefsel, want de maagcellen gebruiken jodium om chloride te binden.
• Oudere leeftijd (50+)

Niet-specifieke spijsverteringsstoornissen zoals winderigheid (rotte eieren lucht/ stinkwinden) of diarree zijn eveneens een indicatie voor een chronische gastritis en verlaagde maagsapproductie. Deze niet-specifieke klachten ontstaan omdat micro-organismen niet voldoende door het maagzuur worden gereduceerd, waardoor het darmmicrobioom in onbalans raakt.

MAAGZUURTEST
Deze maagzuurtest is bedoeld om te bepalen of u voldoende of te weinig maagzuur produceert.
Oraal wordt betaïne hydrochloride (per tablet: betaïne HCL 324 mg, pepsine 5 mg) gebruikt als een aanvullende bron van zoutzuur om de maag aan te zuren en te helpen bij spijsverteringsklachten.
Voordat u de laatste hap van uw warme maaltijd neemt, gebruikt u een halve tablet betaïne HCL. Als het maagzuur te laag is, kan betaïne HCl de productie van uw maagzuur verbeteren.
Een brandend of onaangenaam gevoel betekent dat u voldoende maagzuur produceert. Steeds geldt dat wanneer er klachten komen als reactie op de inname van betaïne HCL, dat u dan DIRECT stopt met de inname hiervan.

Als er geen sprake is van een brandend gevoel, neem dan de volgende dag op dezelfde wijze een heel tablet. Indien er nog steeds geen zuurbranden optreedt, neem de volgende dag 2 tabletten op dezelfde manier. Indien er dan nog geen klachten optreden, toont de test aan dat u een tekort aan maagzuurproductie hebt.

Heeft u WEL KLACHTEN na inname van betaïne HCl neem dan direct een KUZUdrankje. Een drankje dat ook inzetbaar is bij een teveel of een tekort aan maagzuur, wanneer u geen betaïne HCl wilt innemen. Kuzu heeft een verzachtende werking op de maag- en darmslijmvliezen. Los 1 theelepel Kuzu op in wat koud water, giet er wat kokend water overheen, roer het goed door, voeg er eventueel suikervrije bosbessensap aan toe.

De belangrijkste factoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van een maagzuurgebrek zijn:
• Permanent gebruik van maagzuurmedicatie zoals protonpompremmers.
• Chirurgische ingrepen in de maag (maagresectie, maagverkleining)
• Oudere leeftijd (50+)
• Een gebrek aan jodium in het maagweefsel, want de maagcellen gebruiken jodium om chloride te binden.
• Chronische gastritis (komt voor bij 80% van alle 50+, vaak t.g.v. Helicobacter pylori)

Niet-specifieke spijsverteringsstoornissen zoals winderigheid (rotte eieren lucht/ stinkwinden) of diarree zijn eveneens een indicatie voor een chronische gastritis en verlaagde maagsapproductie. Deze niet-specifieke klachten ontstaan omdat micro-organismen niet voldoende door het maagzuur worden gereduceerd, waardoor het darmmicrobioom in onbalans raakt.