(Gr. Pandaros), l.zoon van Lycaon, bondgenoot der Trojanen, beroemd als boogschutter.
Door Menelaus te verwonden verbrak hij de wapenstilstand tussen Trojanen en Grieken (Hom. Ilias II, 827; IV, 88; Verg. V, 496). 2. Bij Vergilius: een dapper Trojaan, poortwachter van Aeneas’ kamp (Verg. IX, 722).Zie Aeneas