(Gr. Aglauros), dochter van Cecrops, zuster van Herse en Pandrosus.
Toen de stad Athene eens door een langdurige oorlog werd geteisterd, stortte Aglaurus zich vrijwillig van de Acropolis, daar een orakel te kennen gaf dat de stad door zulk een offer gered zou worden. In haar tempel legden de jonge Atheners die onder de wapenen kwamen, de eed van trouw aan het vaderland af. V. a. had de godin Athena aan de drie dochters van Cecrops een kistje toevertrouwd, dat niet geopend mocht worden; de jonge heros Erichthonius (2) was in de kist geborgen. Toen Aglaurus en Herse de kist toch openden, werden zij bij de aanblik van het kind waanzinnig, en stortten zich van de Acropolis (Ov. 11,739 e.v.).Zie Cecrops, Herse, Pandrosus, Erichthonius