zwaluw - zelfstandig naamwoord
uitspraak: zwa-luw
1. trekvogel met staart in de vorm van een V
♢ de zwaluwen bouwden een nest in de schuur van Kolk
1. één zwaluw maakt nog geen zomer
[als één ding goed gaat, wil dat niet zeggen dat de rest ook goed gaat]
Zelfstandig naamwoord: zwa-luw
de zwaluw
de zwaluwen
het zwaluwtje
Gepubliceerd op 14-11-2017
zwaluw
betekenis & definitie