zuiveren - regelmatig werkwoord
uitspraak: zui-ve-ren
1. er allerlei vieze stoffen uit halen
♢ ons drinkwater is gezuiverd
Regelmatig werkwoord: zui-ve-ren
ik zuiver
jij/u zuivert
hij/zij zuivert
wij/zij/jullie zuiveren
ik/jij/u/hij/zij zuiverde
wij/zij/jullie zuiverden
hij heeft gezuiverd
de/het/een gezuiverde ....
zuiverend, zuiverende
Synoniemen
louteren
Tegenstellingen
verontreinigen, vervuilen
Gepubliceerd op 14-11-2017
zuiveren
betekenis & definitie