Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

zitkamer

betekenis & definitie

zitkamer - zelfstandig naamwoord
uitspraak: zit-ka-mer

1. kamer die door het hele gezin het meest gebruikt wordt
we zaten met zijn allen in de zitkamer naar de televisie te kijken

Zelfstandig naamwoord: zit-ka-mer
de zitkamer
de zitkamers
het zitkamertje

Synoniemen
huiskamer, living, woonkamer

< >