zachtgekookt - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: zacht-ge-kookt
1. zo lang gekookt dat de dooier nog niet gaar is
♢ ik eet graag een zachtgekookt ei bij het ontbijt
1. zachtgekookt ei!
[zacht, week persoon, doetje, watje]
Bijvoeglijk naamwoord: zacht-ge-kookt
de/het zachtgekookte ...
Gepubliceerd op 14-11-2017
zachtgekookt
betekenis & definitie