worm - zelfstandig naamwoord
1. lang, dun dier met buigzaam lichaam, die na regen uit de groen kruipt
♢ hij haalde wormen uit de grond om mee te vissen
Zelfstandig naamwoord: worm
de worm
de wormen
het wormpje
Synoniemen
pier, regenworm, wurm
Gepubliceerd op 14-11-2017
worm
betekenis & definitie