wolk - zelfstandig naamwoord
1. verzameling kleine waterdruppeltjes in de lucht waaruit neerslag kan vallen
♢ er zijn veel wolken, het gaat vast regenen
1. in de wolken zijn
[heel blij zijn]
2. er is geen wolkje aan de lucht
[alles is in orde]
3. een wolk van een baby
[een gezonde, mollige baby]
4. thee met een wolkje melk
[een klein beetje melk]
5. achter de wolken schijnt de zon
[na iets naars komt altijd iets leuks]
6. donkere wolken pakken zich samen
[er dreigt onheil]
7. met zijn hoofd in de wolken lopen
[van blijdschap niet aan praktische zaken denken]
Zelfstandig naamwoord: wolk
de wolk
de wolken
het wolkje
Gepubliceerd op 14-11-2017
wolk
betekenis & definitie