winterslaap - zelfstandig naamwoord
uitspraak: win-ter-slaap
1. toestand van slaap, verdoving of rust gedurende de winterperiode
♢ een aantal dieren houden in de winter een winterslaap
Zelfstandig naamwoord: win-ter-slaap
de winterslaap
Gepubliceerd op 14-11-2017
winterslaap
betekenis & definitie