wijzen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: wij-zen
1. je hand of arm in die richting houden
♢ hij wijst naar de boot in de verte
1. de pijl wijst naar links
[de punt is naar links gericht]
2. hem duidelijk maken waar het is of hoe het moet
♢ hij wijst hem de weg naar zee
1. dat wijst zich vanzelf
[je ziet vanzelf hoe het moet]
3. aanwijzingen vormen dat het zo is
♢ alles wijst erop dat hij gelijk heeft
4. ergens de aandacht op vestigen
♢ ik wijs erop dat u de aanvraag volgende week in moet leveren
Algemene uitdrukkingen:
1. het van de hand wijzen
[zeggen dat je het niet wilt]
Onregelmatig werkwoord: wij-zen
ik wijs
jij/u wijst
hij/zij wijst
wij/zij/jullie wijzen
ik/jij/u/hij/zij wees
wij/zij/jullie wezen
hij heeft gewezen
wijzend, wijzende
Synoniemen
attenderen
Gepubliceerd op 14-11-2017
wijzen
betekenis & definitie