wijsmaken - regelmatig werkwoord
uitspraak: wijs-ma-ken
1. ervoor zorgen dat hij het gelooft, terwijl het niet waar is
♢ Edmond heeft mij wijsgemaakt dat ik een prijs gewonnen heb
Regelmatig werkwoord: wijs-ma-ken
ik maak wijs (... ik wijsmaak)
jij/u maakt wijs (... jij wijsmaakt)
hij/zij maakt wijs (... hij wijsmaakt)
wij/zij/jullie maken wijs (... wij wijsmaken)
ik/jij/u/hij/zij maakte wijs (... ik wijsmaakte)
wij/zij/jullie maakten wijs (... wij wijsmaakten)
hij heeft wijsgemaakt
de/het/een wijsgemaakte ....
wijsmakend, wijsmakende
Gepubliceerd op 14-11-2017
wijsmaken
betekenis & definitie